Hoewel het kabinet positief is over de effecten van het verplichte energielabel C voor kantoren, blijkt de Rijksoverheid zelf achter te blijven bij het verduurzamen van haar gebouwen. Vooral bij Defensie en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) moet nog veel gebeuren om te voldoen aan de eisen.
Toename groene labels
Sinds de invoering van de verplichting in januari 2023 is het aandeel kantoorpanden met een groen energielabel (A+++++ tot en met C) gestegen van 56 procent naar 64 procent op 1 juli 2024. Bij de aankondiging in 2018 had slechts 20 procent van de kantoren een groen label, blijkt uit een Kamerbrief van minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening).
Rijksoverheid versus bedrijfsleven
Het bedrijfsleven doet het aanzienlijk beter dan het Rijk: waar bedrijven gemiddeld energielabel A behalen, blijft de Rijksoverheid steken op label B. Met name Defensie loopt achter, waar 94 procent van de 536 kantoren nog geen energielabel heeft. Bij het COA ontbreekt bij 76 procent van de gebouwen een label. Ook Rijkswaterstaat heeft werk te doen, aangezien 44 procent van de kantoren daar een rood label heeft (lager dan C). In totaal hebben 50 Rijkskantoorpanden zelfs een energielabel G, het laagste niveau.
Voorbeeldfunctie versterken
Minister Keijzer benadrukt in haar brief dat de overheid zich moet inspannen om haar voorbeeldfunctie beter in te vullen. Er zijn afspraken gemaakt om zo snel mogelijk te voldoen aan de energielabel C-verplichting, met een budget van 380 miljoen euro uit het Klimaatfonds.
Handhaving door gemeenten
Veel gemeenten zijn inmiddels begonnen met het controleren en handhaven van de energielabelverplichting. Het Rijk zelf heeft echter nog een lange weg te gaan om haar duurzaamheidsdoelen te behalen.